DORDRECHT – Bram Zijderveld (58) maakte woensdag zijn allerlaatste ritten als ambulancechauffeur. De inwoner van Dordrecht oefende het beroep 31 jaar lang uit. Hij maakt als één van de laatsten gebruik van het verdwijnende Functioneel Leeftijd Ontslag. Met een dubbel gevoel, dat wel.

Zijn laatste werkdag verliep lang niet zo hectisch als veel andere dagen in die 31 jaar. “Normaal gesproken val je na het aanmelden van de ene rit in de andere”, vertelt hij. “Mijn collega’s hadden er voor gezorgd dat ik niet hoefde te stressen. Ik had ritten naar Papendrecht, Gorinchem en Strijen, zodat ik op verschillende posten nog even handjes kon schudden. Ik ben ook nog even op de meldkamer geweest.” Vanuit die meldkamer kwam ook het allerallerlaatste verzoek aan de afzwaaiende ambulancechauffeur. Een onwelwording op het Dordts sportpark, waar ook de traumahelikopter voor in kwam gevlogen.

Weegschaal

Zijderveld begon zijn werkzame leven als timmerman, was daarna chauffeur bij de brandweer en maakte halverwege de jaren tachtig de overstap naar de GG&GD. Vanwege de zwaarte van het werk kan hij met vervroegd pensioen. Die regeling wordt binnenkort geschrapt. Fysiek is het werk in de loop der jaren ook wel wat lichter geworden, vertelt Zijderveld. “Vroeger werden bijvoorbeeld alle personen getild, tegenwoordig staat de brancard op een trolley.” Emotioneel is het beroep natuurlijk niet minder zwaar geworden. In ruim dertig jaar zie je als chauffeur op de ziekenwagen de nodige heftige dingen voorbij komen. “Het is een weegschaal. Periodes met veel leuke ritten wisselen zich af met veel ellende. Dat moet je van je af kunnen zetten.”

Confronterend

Dat lukt over het algemeen goed. Alleen als er kinderen bij zijn betrokken, Zijderveld heeft er zelf twee, wordt het lastig. “Toen mijn zoontje negen maanden oud was moest ik naar een geval van wiegendood. Ik sliep altijd als een os, maar in de week daarna werd ik iedere nacht wel even wakker en moest ik bij mijn zoon gaan kijken.” Ook een reanimatie van iemand van je eigen leeftijd kan confronterend zijn. “Vroeger zeiden ze dan: ‘Je hebt voor dit beroep gekozen, dus met dat soort dingen moet je kunnen omgaan’. Tegenwoordig zijn er gelukkig speciale teams die je opvangen als dat nodig is.”

Aanrijding

Uit zelfbescherming wilde Zijderveld nooit weten hoe het uiteindelijk met de patiënten was afgelopen. Af en toe kwam hem dat toch via een andere route ter ore. Zoals die vrouw die een EHBO-cursus volgde bij Zijderveld en hem vertelde dat ze nog in zorgelijke toestand bij hem in de ambulance had gelegen. “Op zo’n moment komt zoiets ook wel weer terug in je herinnering.” In de jaren negentig was hij een tijdje uit de roulatie. Een aantal heftige gevallen en zelf een aanrijding met de ambulance. Het werd even teveel. Hij kwam er met enige professionele hulp weer uit. En hij had nog wel een paar jaartjes door kunnen gaan, maar nu de mogelijkheid zich voordoet, heeft hij besloten er uit te stappen. Hij heeft nog volop andere bezigheden waarmee hij zich nuttig maakt. Als vrijwilliger bij het Rode Kruis, als EHBO-er, als chauffeur van de huisartsenpost. En als oppasopa.

Trots

Zijderveld, die eerder dit jaar Koninklijk werd onderscheiden, kijkt met trots terug op zijn carrière. “Het was een prachtige periode. Ik heb me ontwikkeld tot redder in nood en kan nu ook mijn kennis weer overdragen.” En soms komen er ook hele leuke dingen uit voort. Zo ging hij onlangs als EHBO-er met Jubal mee op tournee door de VS.