Zet een wielerliefhebber en een columnist op een terrasje. Laat ze onder het genot van een alcoholische versnapering met elkaar mijmeren. Publiceer de opborrelende gedachte over een waardig vervolg van de bezoeken van Sint en Koning aan onze stad. Et voilà! Je kunt er een week lang een krant mee vullen. De wielerliefhebber, alias Meneer Guido, en de columnist, alias Meneer Kees, zouden het prachtig vinden om het 800-jarig jubileum van Dordrecht op te leuken met de start van de Tour de France.

We spreken over het jaar 2020, maar als je ’t echt wilt, moet je er nu al mee aan de slag. In Utrecht ging het precies zo. Vele jaren geleden opperde Meneer Jeroen, wielerfanaat en journalist, het ideetje en in 2015 was het werkelijkheid. De Grand Départ van ’s werelds grootste sportevenement vond plaats binnen zijn stadsgrenzen. In de tussentijd is er in de Domstad wel het één en ander gebeurd. Als Dordrecht het sprookje van Utrecht wil kopiëren is vooral eensgezindheid nodig. Iedereen moet het willen…

De allerbelangrijkste figuur om als eerste mee te krijgen in zo’n wens is Monsieur Christian, de grote baas van de wielerwedstrijd. Zou er al iemand met hem gebeld hebben? Ik heb er zo m’n twijfels over. Wel gek, want als je er dag in dag uit mee zoet bent om Jan en Alleman om z’n mening te vragen, zou ik die als eerste gepolst hebben. Maar goed, wie ben ik? Of was het ideetje bedoeld om in komkommertijd een paar dagen zoet te zijn met een non-issue? Ik mag toch hopen van niet.

Vooralsnog constateer ik dat velen het een erg leuk ideetje vinden. Ik ook trouwens. Maar om het de status van luchtfietserij te laten ontstijgen moeten er flink wat mensen stevig op de pedalen. Na het verlossende belletje uit Parijs (“uw plan is welkom en u maakt zeker een kans”) is een comité van aanbeveling, met op z’n minst de burgervader als opperhoofd, zo’n beetje het eerst vereiste. Meneer Arno heeft al een bisschop en een vorstenpaar naar de stad gelokt, dus die kan die wel wat…

Een pijnpuntje is het kostenplaatje. Zelfs als bedrijfsleven en andere gemeentes in de regio fors in de buidel tasten, rest er voor de stad nog een investering van zo’n vijf miljoen euro. Da’s een tientje per inwoner. Zeven keer duurder dan een Koningsdagje. Volgens de enthousiaste voorstanders verdient de stad dat dubbel en dwars terug. Wat ik daarbij steeds mis, is wie ‘de stad’ is. Als iemand nou even aangeeft wie het profijt trekken, dan hebben we meteen de potentiële investeerders in beeld. Zo simpel is het. Of toch niet?

 

Kronkelaar.